Geschiedenis

De grondslag voor het katholieke onderwijs op Curaçao is in 1842 gelegd door de Congregatie Zusters van Roosendaal, op initiatief van Mgr. Niewindt. Dit onderwijs is aanvankelijk begonnen als missieactiviteit en was in wezen gericht op evangelisatie van vrijgemaakte slaven. In de 17e en 18e eeuw was de zorg van het onderwijs in de kolonie Curaçao nagenoeg uitsluitend overgelaten aan het particuliere kerkelijke initiatief.

Home > Over ons > Geschiedenis

1900

De zorg van het R.K. Onderwijs van 1800 tot 1824.

In de 17e en 18e eeuw was de zorg van het R.K. Onderwijs in de kolonie Curaçao uitsluitend overgelaten aan het particuliere initiatief. Dit onderwijs was aanvankelijk in wezen gericht op evangelisatie van vrijgemaakte slaven. In november 1819 stelde de toenmalige gouverneur een “Provisioneel Reglement op het schoolwezen te Curaçao” vast. De koloniale Regering oefende, in dit verband, zijn gezag uit over de openbare scholen. De bijzondere scholen werden geduld. Mgr. Niewindt is de grondlegger geweest van het formele katholieke onderwijs. Bij Koninklijk Besluit werden de priesters Niewindt en Eyser tot pastoor en kapelaan in de kolonie Curaçao (en onderhorigen) benoemd. Zij kregen de zorg over een gemeente van 15.000 leden. Hun programma omvatte de bouw van kerken, versterken van missiekrachten, zorg voor onderwijs en opzet van financiële fondsen. Pastoor Niewindt werd later Apostolisch Prefect. Ten tijde van Mgr. Niewindt als Apostolisch Prefect werd de zorg voor het Onderwijs van regeringszijde beperkt tot de stad en bekommerde deze zich niet om de rest van de bevolking. In deze context heeft Mgr. Niewindt al het mogelijke gedaan om met zeer beperkte middelen en mensen, vooral met inzet van weldadigheidorganisaties in Nederland, R.K. onderwijs te verzorgen voor armen.

1842

R.K. Onderwijs als zorg van religieuze congregaties

Uiteindelijk lukte het Mgr. Niewindt in 1842 het zover te brengen dat de Congregatie van de Zusters van Roosendaal het R.K. Onderwijs op zich namen. Zij belastten zich met:

  1. Het openen van scholen voor kinderen van alle standen
  2. Het opzetten van een pensionaat voor meisjes van de deftige stand
  3. Het oprichten van Missiestaties in de buitendistricten ten behoeve van slaven wiens vrijmaking aanstaande was.

Het pionierswerk van deze congregatie leidde een nieuw tijdperk in van R.K. Onderwijs aangestuurd door Nederlandse religieuze congregaties. Alle uitgaven voor dit onderwijs werden behartigd door de Nederlandse congregaties en Europese R.K. Missie organisaties.

1953

Religieuze Congregaties ieder afzonderlijk als bevoegd gezag van R.K. scholen

Tot 1953 werd het R.K. Onderwijs operationeel(beheersmatig) en bestuurlijk verzorgd door de Congregaties. Dit hield in: zorg voor scholenbouw en leerkrachten.
In 1953 deelden de congregaties aan de Apostolisch Vicaris mede, dat zij niet langer in staat waren alle scholen van religieuze krachten te voorzien en ook niet meer scholen onder hun leiding konden nemen. Als gevolg hiervan werd een lekenorganisatie voor R.K. Onderwijs opgericht: St. Jan Stichting. Hierna zouden vier stichtingen het beheer van de R.K. scholen van het Vicariaat overnemen.

  1. Stichting R.K. Scholen van de Fraters van Tilburg
  2. Stichting R.K. Schoolbestuur voor scholen van de Zusters van Roosendaal
  3. Stichting R.K. Scholen van de Zusters van Schijndel
  4. Jan Stichting Het schoolbestuur over scholen die niet onder de religieuze congregaties zouden vallen.

’60

De oprichting van de Stichting R.K. Centraal Schoolbestuur.

In de Jaren ’60 moesten de religieuzen ten gevolge van een tekort aan leerkrachten zich van steeds meer scholen terug trekken. Het kwam voor dat op enkele scholen alleen het hoofd van de school nog een religieus was. Als gevolg hiervan trokken de congregaties zich successievelijk terug uit het beheer van R.K. scholen en werd in gemeen overleg besloten één R.K. Centraal Schoolbestuur voor alle typen van onderwijs op Curaçao op te richten. Deze nieuwe Stichting kwam in de plaats van alle toen bestaande zelfstandig werkende entiteiten voor kleuter-,blo-.basis-,mavo-,havo en vwo onderwijs en kon mettertijd uitgebreid worden met schoolbesturen belast met R.K. Bijzondere Nijverheid Onderwijs. Naast het successieve afnemen van het aantal religieuzen in het R.K. Onderwijs was een Centraal Schoolbestuur ook noodzakelijk om als partij bij onderhandelingen met onderwijsinstanties op landelijk en eilandelijk niveau veel sterker te staan. In de beginfase hadden religieuzen zitting in het R.K. Centraal Schoolbestuur maar in de loop der jaren trokken alle religieuzen zich terug uit het bestuur van deze Stichting en werd het Centraal Schoolbestuur een instantie bestuurd door leken volgens eigentijdse normen van Good Governance met een Bestuur voor dagelijkse beheerszaken en een toezichthoudende laag op strategisch niveau.